41. Menno Huisman en Wimer Hazenberg van Booreiland en nu Clarify over fuseren, vriendschap, springen in het diepe, leven met onzekerheid en frietzakken.

In deze aflevering zijn Menno Huisman en Wimer Hazenberg te gast. Middelbare schoolvrienden die tijdens de studie begonnen te ondernemen. 15 jaar geleden startten zij Booreiland, wat uitgroeide tot een bureau dat digitale producten en diensten ontwierp om helderheid te creëren.

Onlangs zijn ze gefuseerd met 2 andere bureaus, in60seconds en Getting the picture, tot een nieuw bureau Clarify. Wat hét bureau gaat worden, of misschien al is, voor information design: Complexe informatie naar kraakheldere verhalen.

In dit gesprek hebben we het over de overgang van jong en dom starten tijdens de studie, naar serieus ondernemen met strakke bedrijfsprocessen; over hoe ondernemen ook altijd leven met een constante onzekerheid is en een eindeloze stroom van dingen die niet werken; over het wijs aanvliegen van een fusie en er met je nieuwe partners goed uitkomen; en ook over durven je op te rekken, kaas en frietzakken.

Menno en Wimer zijn twee hele fijne mannen. Mooi hoe zij 15 jaar, met alle ups en downs, als een stabiele rots een knalgoed ontwerpbureau zijn geweest in Amsterdam. Ik vond het ontroerend te horen hoe zij hebben gemerkt dat hun vriendschapsrelatie door de jaren heen zakelijker bleek te worden. En super sterk van ze hoe zij durfden te erkennen dat ze wat ze ambieerden niet alleen konden waarmaken en dus wilden werken naar een fusie.

Het is een fijn gesprek dat bijna een memoire is geworden van hun Booreiland-verhaal. Een soort audio companion van het boekje wat Menno nog over hun tijd gaat maken. Dank jullie wel mannen. Alle goeds in het nieuwe Clarify-avontuur! En, ik wens jullie ook weer veel tijd samen in de kroeg toe!

Menno Huisman

Wimer Hazenberg

Booreiland

Clarify

Luister hier ⬇️ of ga naar Spotify, Apple Podcasts or Overcast.

 
 

Lessen

  1. Wimer: “Programmeren was voor mij een soort digitale lego. Een bak met componenten en het veld ligt open.”

  2. Menno: “Ik was op jonge leeftijd al aansturend.”

  3. W: “We kregen van de school de sleutels om zelf af te sluiten na het feest. Dat vertrouwen maakte ons misschien ook wel verantwoordelijker.”

  4. W: “Tijdens onze studie maakten we samen met vrienden een film. Het maken daarvan gaf me een heel leuk gevoel en dat wilde ik vaker.”

  5. M: “Onze ouders waren ondernemer. In die tijd was ik niet zo bewust van het effect daarvan, maar het heeft toch genormaliseerd dat je zelf je werk creëert en omgaat met een bepaalde onzekerheid.

  6. M: “Tijdens de studie was ondernemen vooral ‘ons creatieve ei kwijt kunnen’ en was het nog niet het doel er koste wat kost mee door te gaan. Maar achteraf was het wel slim omdat we na het het afstuderen een rollende start konden maken.”

  7. W: “Na de studie kwam de beslissing, gaan we hiervoor?”

  8. W: “Onze oorspronkelijk derde vennoot was een beetje de aanjager. We waren wel even in mineur toen hij uitstapte. Maar we zijn gaan nadenken hoe we het ook met z’n 2en die rol konden vervullen.”

  9. M: “We besloten vroeg dat we uiteindelijk niet zelf (alles) wilden ontwerpen en dat we dus ook managementtaken erbij zouden krijgen.”

  10. W: “We verhuisden naar een kantoor dat veel te groot voor ons was. Daarmee namen we een beetje risico, maar er veranderde ook iets in ons hoofd.” M: “Even over-stretchen.”

  11. W: “Wij waren geen kunstenaars maar ontwerpers. Er zit dus minder handtekening van onszelf. We verkopen een ontwerpproces. Daarmee konden we ook onszelf eruit halen.”

  12. M: “Het is heel moeilijk om op een dag te schakelen tussen het denkniveau van een ontwerper en een manager.”

  13. M: “We hebben ook moeten erkennen dat na jaren onze chemie anders was geworden. We gingen overdag zoveel zakelijk met elkaar om dat we eigenlijk steeds minder nog simpelweg als vrienden afspraken.”

  14. M: “Als op 8 mensen, een paar mensen achter elkaar weggaan heeft dat echt impact op je business.”

  15. W: “We zijn het ondernemen ook serieuzer gaan nemen. Business processen strakker gaan inrichten en actief leren van andere ondernemers.”

  16. W: “We realiseerden ons dat we een grotere agency wilde worden. Grotere opdrachten, complexer werk en grotere merken. Maar dat lukte ons niet zelf.”

  17. M: “Groter zijn maakt ook mogelijk dat we ons kunnen specialiseren en dat medewerkers meer groeimogelijkheden hebben.”

  18. W: “We zijn echt actief gaan onderzoeken of we wel bij elkaar pasten. En met name op de cultuur.”

  19. M: “Ergens lijkt het wel op een overname ipv een merger van 3 gelijkwaardige partners. Maar we hebben het zeggenschap wel met 20% elk verdeeld.”

  20. W: “Het is ook gewoon fair. We zijn met wat minder. En zij zijn met wat meer.”

  21. W: “Het is een sprong in het diepe. Het is ook fair dat we er allemaal vol voor gaan.”

  22. M: “We hadden nog door gekund, maar dan waren we bestuurders geworden.”

  23. W: “We namen onze medewerkers al heel vroeg mee in het proces, om welke partijen het ging en de redenen erbij.”

  24. M: “Als klein bedrijf trek je toch veelal ondernemende medewerkers aan.”

  25. M: “Je kunt in ondernemerschap nooit dingen voor lief nemen. Je staat altijd aan want je weet nooit hoe morgen eruit gaan zien.”

  26. W: “Het bedrijf is nooit in optimale balans. Het werk gaat erom daar zo goed mogelijk door te laveren.”

Links

The Fact Club

Persbericht: in60seconds, Getting the picture en Booreiland, verder als Clarify

Boek: Thalia Verkade - Het recht van de snelste.

Boek: Willem Elsschot - Kaas

Monokai (Wimer’s online lab)